In de periodes 1984-1987 en 2008-2009 publiceerde Arie Nagel een twaalftal artikelen in Zenit over het
bouwen van een eigen sterrenwacht, geïllustreerd met tal van voorbeelden van amateursterrenwachten in Nederland
en België. Deze artikelen zijn gebundeld in een eBook in PDF-formaat dat gratis kan worden
gedownload van deze website.
Download eBook Amateursterrenwachten in Nederland en België (10 MB)
Ter kennismaking volgt hieronder de inleiding uit dit boekje:
Na jaren jeugdig enthousiasme van het naar buiten slepen van de montering met kijker, bekruipt bij menigeen
de wens van een vaste opstelling. Eerst mogelijk op een vaste zuil, waarbij nog slechts met de kijker gesleept
dient te worden, maar waarbij de montering reeds op de pool gericht staat, maar daarna ontstaat er toch vaak de
wens om ook de kijker een vaste behuizing te geven, met bijbehorende spullen: oculairen, camera, en dergelijke.
Temeer daar de kijker in de loop der jaren waarschijnlijk fors is gegroeid. Stelden we ons eerst nog tevreden met
een kleine en lichte lenzenkijker, nu is het al gauw een 20 of 25 cm Newtonkijker of Schmidt-Cassegrain. Menige
amateur bezit tegenwoordig zelfs een 30 cm kijker of groter en een enkeling een kijker met een halve meter
doorsnede.
Een sterrenwacht koop je niet in de supermarkt en zelfbouw is vaak de aangewezen weg om zich een
sterrenwacht te verschaffen, hoewel we steeds meer aanbieders zien van kant-en-klare sterrenwachten. Vraag en aanbod
versterken elkaar hier; de markt is hier nog lang niet verzadigd. Maar voorlopig blijft zelfbouw een aantrekkelijk
en economisch alternatief.
Dit boekje geeft tal van voorbeelden van de vindingrijkheid van amateurs. Dit kan de
lezer op ideeën brengen en leiden tot zijn of haar eigen sterrenwacht. Dat is precies het doel van dit boekje, dat
in feite een bundeling is van een twaalftal artikelen, die tussen midden jaren 80 en het einde van het eerste
decennium van deze eeuw zijn verschenen in het blad Zenit.
Zijn dit dan nu alle sterrenwachten in het Nederlands sprekende deel van de Benelux, wordt me vaak gevraagd.
Of zijn er nog meer? Er zijn er zeker meer en als ik een schatting zou moeten maken, dan zijn het er in totaal
zo'n 50. Dit op grond van wat zich voor de serie heeft aangemeld en wat weet en 'heb horen zeggen' van andere
sterrenwachten.
De kant-en-klare sterrenwachten zijn meestal koepels. Die zijn in series gemakkelijk te maken en zien er voor
een leek spectaculairder uit dan een plat dak. Daar kun je mee voor de dag komen! Dat is precies een sterrenwacht
zoals een leek zich dat voorstelt: dan heb je pas een echte sterrenwacht! Ook sommige amateurs denken
er net zo over. Maar een koepel zelf bouwen is minder eenvoudig dan het maken van een afrolbaar dak. Koepel
en afrolbaar dak hebben elk hun specifieke voor- en nadelen. Leest u het eerste artikel er op na!
Enkele amateurs hebben nu zelfs een op afstand bestuurde sterrenwacht onder een donkere hemel en waar het
vaker onbewolkt is dan in ons klimaat. Dit boekje besteedt hier geen aandacht aan; het beperkt zich tot
sterrenwachten onder handbereik.
Eén ding is duidelijk: de amateur bedient zich van steeds meer geavanceerde apparatuur. Een mooi voorbeeld is
het volgende: voor pakweg midden jaren 90 werd in de astrofotografie nog zelden gebruik gemaakt van automatisch
volgen. Pas nadat er volgsystemen op de markt kwamen, werd massaal hierop overgestapt. Nu hoeft men
met de moderne directe aandrijfmotoren en encoders zelfs niet meer te volgen. Het wachten is op een montering
die zichzelf op de pool richt en nadat op 'het knoppeke' wordt gedrukt, volgt de montering de gewenste
positie (of bewegend object) tot op een onderdeel van een boogseconde nauwkeurig. In de vaste sterrenwacht
thuis, onderweg of in de 'remote' sterrenwacht.
Voor sommigen gaat dan een deel van de lol of zo je wilt de romantiek verloren. Anderen zien juist meer
mogelijkheden met de moderne middelen. Geen van allen willen we echter meer terug naar de beperkingen van
decennia geleden. Het enige dat we dolgraag terug zouden willen hebben is de donkere nacht van weleer!
Veel plezier met het lezen van dit boekje!
Arie Nagel
oktober 2009, Eindhoven
|