Logo
 

Het gebruik van filters


Logo

Bij een nieuwe kijker zitten soms twee donkere filters bijgesloten die in de oculairs geschroefd kunnen worden.  Volgens de gebruiksaanwijzing zijn ze bedoeld om veilig mee naar de zon en de maan te kijken. Gebruik zo'n oculairzonnefilter echter nooit om naar de zon te kijken! Alle hitte van de zon die het objectief verzamelt, wordt gebundeld op dit kleine, donkere filtertje, dat vroeg of laat zal springen. Als dat gebeurt terwijl je net naar de zon kijkt, kun je blind worden. Veilige methoden om naar de zon te kijken, zijn met een speciaal objectiefzonnefilter, dat het licht filtert nog voordat het in de kijker valt, of door de zon te projecteren met de kijker. Zie ook het artikel op Zonsverduistering.nl over veilig waarnemen.

Het maanfilter is wel veilig om te gebruiken tijdens het waarnemen van de maan. Vooral de volle maan kan verblindend helder zijn om met de telescoop te bekijken. Kwaad kan dat niet, maar het is dan prettiger om het licht wat te filteren met een donker filter.

Serieuze planeetwaarnemers maken vaak gebruik van een setje kleurfilters (geel, oranje, rood, groen en blauw). Filters van een bepaalde kleur kunnen details op de oppervlakken van de planeten met meer contrast zichtbaar maken. Kleurfilters Zo kunnen bijvoorbeeld wolken (geelfilter) en poolkappen (groenfilter) op Mars beter worden gezien. Betrekkelijk nieuw zijn de contrastverhogende filters voor planeetwaarnemingen. Deze laten bepaalde golflengtegebieden door, maar houden de tussengelegen golflengten tegen. Het resultaat is een planeetbeeld met min of meer natuurlijke kleuren -- voor zover wij die kunnen zien -- maar wel met een verhoogd contrast. Voorbeelden van dit type filter zijn het Moon & Skyglow filter van Baader en het UCF1 filter van TS. Deze contrastverhoging werkt overigens ook op deepsky-objecten.

Deepsky-waarnemers leveren een constante strijd om lichtzwakke nevels zichtbaar te maken ten opzichte van de hemelachtergrond die door steeds meer straatverlichting steeds lichter wordt. Ook hiervoor zijn speciale nevelfilters in de handel, die bijvoorbeeld het gele natriumlicht tegenhouden, of juist die golflengte doorlaten waarbij bepaalde nevels stralen. Bekende typen filters zijn:
- UHC: laat OIII en H-beta en H-alpha door; blokkeert alle storende golflengten. Het beeld blijft relatief helder. Voor gasnevels, planetaire nevels en sterrenstelsels.
- OIII: laat OIII door en blokkeert een groot deel van de rest van het spectrum. Vooral voor planetaire nevels.

Tot slot kom je ook het H-alfa-filter tegen dat kan worden gebruikt om mee naar de zon te kijken. Dit zijn dure filters die alleen het licht doorlaten dat door heet waterstofgas wordt uitgestraald (in de zogeheten H-alfa-lijn). H-alpha opname van de zon Zo'n filter laat daardoor allerlei heldere gastromingen zien in de atmosfeer van de zon, terwijl het licht van het veel helderdere zonsoppervlak wordt geblokkeerd. H-alfa-filters worden meestal op of in de kijkerbuis gemonteerd. Sinds enige jaren worden speciale telescopen met ingebouwd H-alfa-filter steeds populairder en betaalbaarder. Populaire merken zijn Lunt en Coronado. Beide leveren al een kleine zonnekijker (diameter 35-40 mm) voor rond de 700 euro waarmee al zeer veel details op de zon kunnen worden gezien.

Website ontwikkeling: Edwin Mathlener
© 2004-2013 Stichting 'De Koepel' en Stichting Universum; © 2014-2022 Stichting Universum