Als je een nieuwe kijker koopt, mag je er vanuit gaan
dat alles lekker schoon is en goed is afgeregeld, maar na enige tijd
gebruik kan het nodig zijn om de optiek te reinigen en af te regelen.
Doe dat niet te snel: wat stof op lens of spiegel kan helemaal geen
kwaad. Storender is het als je een duidelijke waas over het objectief
ziet liggen. Dan kan het nodig zijn om in te grijpen. Om dat zo lang
mogelijk uit te stellen, is het zaak om de optiek zo goed mogelijk te
beschermen als je de kijker niet gebruikt: dek na het waarnemen alle
kijkeropeningen weer af met de juiste deksels en doppen. Berg ook de
oculairs en zo stofvrij op. Doe dat al buiten, opdat de glazen
oppervlakken niet beslaan als je de koude kijker naar binnen draagt. Is
de optiek al beslagen, ga dan nooit wrijven, maar laat de kijker
langzaam op temperatuur komen. Gebruik evt. een haarföhn op een
lage stand, en sluit de openingen pas af als het vocht verdwenen is.
Bezitters van een lenzenkijker zijn in het voordeel. Hier kan
nauwelijks stof en vocht inkomen. En aan de stand van de optiek valt
helemaal niets af te regelen. De voorkant van het objectief kan op den
duur wat stof verzamelen. Meestal kun je dat wegblazen en borstelen met
een lenzenborsteltje, wat je kunt kopen bij de fotowinkel. Kijk uit met
spuitbusjes perslucht, ook te koop bij de fotowinkel: deze kunnen
druppels condens op je lens spuiten. Voorkom dat door het busje eerst te
schudden, dan even te laten rusten en tijdens het blazen goed rechtop
te houden.
De lens van een Schmidt-Cassegrainkijker kan op dezelfde
wijze behandeld worden als een lensobjectief. De hoofdspiegel hoeft
nooit afgesteld te worden, en schoonmaken van de binnenzijde van de
kijker is bij normaal gebruik ook nooit nodig. Wil je je kijker hier wel
aan wagen, omdat hij door extreem gebruik in het vrije veld echt vies
geworden is, volg dan de instructies van Georg Comello in Zenit mei
1995, blz. 229. Bij een Schmidt-Cassegrainkijker kan het wel nodig zijn
om te stand van de vangspiegel af te stellen -- we noemen dat
collimeren. Hoe dat moet staat meestal goed uitgelegd in de
gebruiksaanwijzing van je kijker. Deze gebruiksaanwijzingen zijn meestal
ook te vinden op de website van fabrikanten als Meade en Celestron.
De populaire Newtonkijker behoeft waarschijnlijk het
meeste onderhoud. De hoofdspiegel staat tijdens het waarnemen bloot aan
de atmosfeer en zal regelmatig beslaan. Een vettige aanslag kan zich dan
afzetten. Meestal is de spiegel eenvoudig te verwijderen en je kunt hem
dan zelf een sopje geven. Hoe je dit moet doen wordt uitgelegd in
dit artikel van Jan Gerritsen.
De vangspiegel wordt zelden zo vuil dat schoonmaken nodig is.
Schoonblazen is meestal voldoende.
De spiegelende laag van de hoofdspiegel bestaat bij
moderne telescopen uit een aluminium laagje met daar overheen een
coating van doorzichtig kwarts. Er kan dus geen lucht komen bij het
aluminium om het te oxideren. Een goede spiegel kan zo tientallen jaren
meegaan. Is de spiegel toch beschadigd met donkere oxidatievlekken, dan
kun je hem opnieuw laten aluminiseren. Dan worden eerst de oude lagen
chemisch verwijderd, waarna in een vacuümkamer eerst een dun laagje
aluminium wordt opgedampt en daarna een nieuwe kwartslaag. In Nederland en België zijn
enkele publieksterrenwachten die dit voor amateurs kunnen doen, o.a. Sterrenwacht Almere en
Volkssterrenwacht Armand Pien in Gent.
Het afstellen van de spiegels van je Newton is een
klusje dat moeilijker lijkt dan het is. Achter de hoofdspiegel zitten
meestal drie paren van schroefjes: drie om te duwen en drie om te
trekken. Om de spiegel te kantelen, moet je steeds op twee plaatsen de
spiegel iets duwen en aan de andere kant iets trekken, of andersom.
Achterop de vangspiegel zitten meestal ook drie schroefjes waarmee deze
in drie richtingen kan kantelen. Onderstaande tekening toont wat je ziet
als je zonder oculair in de oculairhouder kijkt. Van buiten naar binnen
zie je achtereenvolgens: de rand van de oculairhouder, de vangspiegel,
het spiegelbeeld van de hoofdspiegel, het spiegelbeeld van de
vangspiegel met zijn drie ophangbeugels, en daarin het spiegelbeeld van
je oog. In het linkerplaatje staan zowel vangspiegel als hoofdspiegel
fout. Je moet eerst de vangspiegel zo verdraaien dat je de hoofdspiegel
mooi in het midden ziet staan, zoals in het middelste plaatje.
Vervolgens moet je de hoofdspiegel zo kantelen totdat ook het
spiegelbeeld van de vangspiegel mooi centraal staat, zoals in het
rechter plaatje.
Wie dit klusje heel precies aan wil pakken, kan ook een lasercollimator gebruiken. Dit is een kleine
laser die heel nauwkeurig in de focuseerinrichting past. Eerst stellen we de vangspiegel af door de laser
heel precies te richten op het midden van de hoofdspiegel. Op de hoofdspiegel is daartoe bij veel Newtontelescopen
al een kleine zwarte stip of cirkel aangebracht. Vervolgens wordt de hoofdspiegel zo afgesteld dat de laserstraal weer
precies in het centrum van de collimator valt. De collimator bevat daarvoor een schermpje waarop we de rode stip goed kunnen zien.
Lasercollimators zijn in de eerste plaats bedoeld voor het afstellen van Newtontelescopen. In principe kunnen ze ook
worden gebruikt voor Schmidt-Cassegrains, maar dat is veel lastiger. Een Schmidt-Cassegrain heeft een bolle vangspiegel
die de laserstraal laat uitwaaieren (divergeren) waardoor deze minder goed is terug te zien in de collimator. En raak je niet
heel precies het midden van de vangspiegel dan schiet de straal al snel een heel verkeerde kant op. In de praktijk zit er
in de oculairhouder van veel Schmidt-Cassegrains net te veel speling om een collimator goed te kunnen gebruiken.
Voor een uitgebreider verhaal over het schoonmaken van optiek verwijzen
we naar het artikel van Jan Gerritsen in Zenit februari 2004, blz. 88, ook gepubliceerd op deze website.
Website ontwikkeling: Edwin Mathlener
© 2004-2013 Stichting 'De Koepel' en
Stichting Universum; © 2014-2022 Stichting Universum
|