Als je gaat waarnemen zijn er diverse dingen waar je
aan moet denken. Denk allereerst aan jezelf: kleed je lekker warm aan.
Je staat stil achter je kijker en je kunt dan hard afkoelen. Zeker in de
winter moet je je extra dik aankleden. Schaam je niet voor een
trainingsbroek onder je gewone broek. Ga je ver van huis waarnemen, neem
dan ook wat te eten en drinken mee. Warme koffie of thee in een
thermoskan is prima.
Zorg voor verlichting, maar kijk uit met wit licht. Wit
licht tast de donkeraanpassing van je ogen aan. Het duurt ongeveer 20
minuten voordat je netvlies zijn hoogste gevoeligheid heeft bereikt.
Grappig genoeg laat zwak rood licht deze wel intact. Gebruik dus een
kleine zaklantaarn en dek deze af met rood plastic of cellofaan. Je
kunt dan gewoon je sterrenkaarten lezen en aantekeningen maken.
Lekker kijken door
de kijker is leuk, maar probeer ook eens te tekenen wat je ziet. Gewoon
met potlood op papier. Het hoeft geen kunstwerk te worden maar probeer
wel zo veel mogelijk details te zien. Door te tekenen kun je leren om
steeds meer te zien door je kijker. Maar pas op: teken niet te veel! Van
de maan kun je hooguit enkele kraters tekenen. En teken deze dan vooral
ook lekker groot. Ga niet priegelen. Van de zon kun je een grote
vlekkengroep in detail tekenen of de posities van alle vlekken
vastleggen (kijk wel veilig, met zonneprojectie of
objectieffilter!). Planeten als Mars, Jupiter en Saturnus kun je in hun
geheel tekenen. En ook nevels en sterrenhopen met enkele
omgevingssterren laten zich goed schetsen.
Beginners zullen zich vaak beperken tot het
zonnestelsel. Maar als je niet gevoelig bent voor de steeds weer
wisselende aanblik van de zon, maan en planeten, dan bestaat de kans
dat je snel uitgekeken raakt. De kijker belandt in de kast en een leuke
hobby sterft een vroegtijdige dood. Ga vooral ook op pad buiten het
zonnestelsel. Ga op zoek naar sterrenhopen en gasnevels in onze
melkweg, bewonder de kleuren van dubbelsterren en speur naar andere
sterrenstelsels op miljoenen lichtjaren afstand. Je zult ze in je eigen
kijker -- zelfs niet een grote 30 cm kijker -- nooit zo mooi zien als op
foto's gemaakt met grote telescopen, maar de kick is dat je het
zélf ziet. Het is toch ook leuk om zélf de natuur in te
gaan om wild te kijken in plaats van alleen maar voor de tv te hangen
voor een natuurfilm!
Wel moet je weten welke objecten buiten het zonnestelsel
de moeite waard zijn met een kleine kijker. Het volgende rijtje
objecten is dan een goed startpunt (in volgorde van winter tot najaar):
- M42, Orionnevel, gas- en stofnevel in Orion
- M45, Pleiaden, open sterrenhoop in de Stier
- M36, M37 en M38, open sterrenhopen in de Voerman
- M35, open sterrenhoop in Tweelingen
- M44, Preasepe, open sterrenhoop in de Kreeft
- M81 en M82, sterrenstelsels in de Grote Beer
- Alcor en Mizar, meervoudige dubbelster in de Grote
Beer
- M51, Draaikolknevel, sterrenstelsel in de Jachthonden
- M13, grote bolvormige sterrenhoop in Hercules
- M92, bolvormige sterrenhoop in Hercules
- M57, Ringnevel, planetaire nevel in de Lier
- Beta Cygni, Albireo, dubbelster in de Zwaan
- M27, Halternevel, planetaire nevel in het Vosje
- M39, open sterrenhoop in de Zwaan
- M31, Andromedanevel, sterrenstelsel in Andromeda
- M33, sterrenstelsel in de Driehoek
- h en chi Persei, dubbele opensterrenhoop in Perseus
Om deze objecten te vinden heb je een goede sterrenatlas
nodig. Of een handboek met opzoekkaartjes zoals al genoemd in het
artikel over de verrekijker. Maar ook
steeds meer planetariumprogramma's voor de PC kunnen mooie
kaarten printen. En goede handboeken zullen je op het spoor zetten van
nog veel meer objecten die je met je kijker kunt zien.
Een goede site voor beginnende deep-sky waarnemers is te vinden op
www.sterrenkunde.nl/deepsky.
Website ontwikkeling: Edwin Mathlener
© 2004-2013 Stichting 'De Koepel' en
Stichting Universum; © 2014-2022 Stichting Universum
|